Belast met de zorg voor zijn moeder en zich langzaam bewust van de sluimerende manifestatie van de ziekte, zwerft hij eindeloos over het landgoed, waar de dreiging voelbaar is van het familiegeheim van de graaf.
In het romandebuut van de dichter Erik Lindner wordt in een sobere, heldere stijl een ziektegeschiedenis verbeeld, maar vooral is Naar Whitebridge een sfeervol portret van een dromerige en dolende jongensziel.
Video: Iris Koppe en Joey Boink
Dichten doet Erik Lindner vanaf zijn veertiende. Toen hij zestien was, hield hij al - in het spoor van de Haagse dichter Adriaan Bontebal - zijn eerste voordracht. Al is dichten een constante in zijn leven gebleven, toch is nu zijn eerste roman verschenen. Net als de naamloze jongen in Naar Whitebridge heeft hij als tiener een reis gemaakt naar zijn in Schotland verblijvende moeder, die manisch-depressief was. Niet alles is echter autobiografisch, de roman is een mix van autobiografie en fictie, waarin de hoofdpersoon geleidelijk inziet dat iedereen verhalen maakt van de dingen om zich heen, dat hij dat uiteindelijk ook zelf doet.
Opname: Amsterdam, 10 september 2013.
Opnamedatum: 10-09-2013